Categorie: Nieuws

In Nederland regent het behoorlijk vaak. Als je het een Nederlander vraagt zal die zeggen dat het zonnetje in ons land veel te weinig schijnt. Toch hebben veel Nederlanders zonnepanelen op het dak liggen. Zijn zonnepanelen hier wel rendabel? En leveren ze tijdens de gure en donkere wintermaanden überhaupt wel iets op? Het antwoord daarop is een volmondig ja.

Zonnepanelen of lichtpaneel

Eigenlijk hebben zonnepanelen een verkeerde naam gekregen. De naam lichtpaneel past namelijk veel beter bij deze energiebesparende producten. Want wat veel mensen denken is dat de zonnepanelen alleen werken als het zonnetje schijnt. Maar niets is minder waar. Zonnepanelen werken met behulp van het licht van de zon. Dus zelfs op een koude, maar heldere winterdag vangen zonnepanelen licht op om te kunnen omzetten in energie. Zelfs op donkere bewolkte dagen lukt het de zonnepanelen om zonlicht op te vangen. Daarbij komt ook nog eens dat bij lagere temperaturen zonnepanelen in verhouding nog effectiever werken.

Zomer en winter

Het is zeker waar dat gedurende de zomermaanden het meeste zonlicht op de zonnepanelen valt. Zonnepanelen werken het beste bij veel en direct daglicht. Gemiddeld wordt 70% van de stroom opgewekt tussen april en september. Met name in juni en juli zien we een flinke piek in het rendement. Maar ook in de winter kunnen zonnepanelen nog zonne-energie leveren. Weliswaar 5 maal minder dan tijdens de zomer, maar alle beetjes helpen als het gaat om energiebesparing. Bekijk ook andere energiebesparende mogelijkheden: (combiketel; kozijnen van kunststof)

Winterstand zonnepanelen

Meer zonlicht produceren kunnen we helaas niet. Je kunt eventueel wel je zonnepanelen tijdens de wintermaanden iets schuiner zetten. Een hoek van 40 graden wordt dan aangeraden. Dat komt omdat in het najaar en in de winter de zon lager staat. Als je de zonnepanelen iets meedraait behaal je toch optimale winst. Wanneer er sneeuw of ijs op de zonnepanelen ligt kan er helaas weinig licht door de panelen worden opgevangen. Toch wordt het afgeraden om deze winterse neerslag te verwijderen, want hiermee loop je het risico dat je de panelen beschadigd. Bovendien wil niemand je aanmoedigen om je tijdens een koude winterdag op een glad dak te begeven.

Nederlandse zonne-energie

Het is dus zeker de moeite waard om zonnepanelen aan te schaffen, ook al hebben we niet altijd de meest zonnige zomers. De besparingen die je ermee kunt doen kunnen oplopen tot enkele honderden euro’s en je bent ook nog eens milieubewust bezig. Voor meer informatie kun je je altijd wenden tot een deskundig installatiebedrijf.

Voor de meeste huizenbezitters geldt dat de zonnepanelen vallen onder de opstalverzekering van het huis. Huurders die zonnepanelen op een woning plaatsen dienen deze investering te verzekeren. Ervaring leert dat een verzekering op deze kostbare panelen toch zeker de moeite waard is. Steeds meer mensen kiezen voor een speciale verzekering voor de zonnepanelen op het dak van de woning. Maar is dat ook nodig?

Zonnepanelen verzekeren tegen diefstal?

Zonnepanelen zijn groot, zwaar en liggen ook nog eens op een plek waar inbrekers niet gemakkelijk bij kunnen komen zou je denken. Toch worden zonnepanelen nog weleens gestolen. Vooral van daken die uit het zicht van anderen liggen en van platte daken waar de zonnepanelen demonteren minder risico’s met zich meebrengt worden zonnepanelen nog weleens meegenomen. Er zijn criminelen die zich toegespitst hebben op het ontvreemden van zonnepanelen en dus ook heel goed weten hoe ze snel en schadeloos de panelen kunnen demonteren. Helaas hebben sommige verzekeringsmaatschappijen wel de voorwaarde dat er alleen wordt vergoed wanneer er zichtbare inbraakschade is.

Zonnepanelen verzekeren tegen natuurschade

Zonnepanelen zijn over het algemeen sterk en kunnen wel een stootje hebben. Toch zijn ze niet allemaal bestand tegen natuurrampen en natuurgeweld. Denk hierbij vooral aan harde windstoten en hagelstenen die flink wat schade kunnen veroorzaken aan jouw zonnepanelen. Kijk daarom eens goed in je polis of jouw verzekeraar deze vorm van schade ook dekt in jouw opstalverzekering.

Opstalverzekering of inboedelverzekering

Bij huizenbezitters worden zonepanelen meeverzekerd bij de opstalverzekering. De regel is immers dat alles wat aard- en nagelvast aan de woning zit valt onder de opstalverzekering. Bewoners van een huurwoning kunnen bij hun verhuurder nagaan of de zonnepanelen zijn verzekerd via de woningcorporatie. Indien dit niet het geval is kun je deze apart meeverzekeren bij je inboedelverzekering. Dit kan bij het onderdeel huurdersbelang. Lees ook: kosten alarmsysteem of alarmsysteem.

Verzekering aanpassen

Het is belangrijk dat je je verzekeringsmaatschappij op de hoogte stelt wanneer je zonnepanelen hebt laten leggen. Wellicht wordt je termijn bedrag hierdoor iets aangepast omdat je woning in waarde is gestegen. Er zijn verzekeringsmaatschappijen die speciale verzekeringen voor zonnepanelen in het assortiment hebben. Toch blijkt dit in veel gevallen overbodig. De meeste risico’s worden gewoon gedekt met je huidige opstal- of inboedelverzekering. De verzekeringen zijn tegenwoordig zeer uitgebreid. Je kunt eventueel je huidige verzekeringen uitbreiden, zoals het nemen van een all-risk verzekering die alle kosten voor je dekt. Twijfel je nog dan kun je altijd eerst nog advies inwinnen bij jouw verzekeraar.

De woningcorporatie Actium heeft goede voornemens voor 2016. De woningstichting die actief is tussen Zuidoost Friesland en Drenthe heeft te kennen gegeven dat ze het aankomende jaar maar liefst 5,7 miljoen euro willen investeren in het plaatsen van extra zonnepanelen op huurwoningen. Dit is niet voor het eerst dat Actium zoveel zonnepanelen plaatst. Al in 2014 en 2015 werden er zeker 1600 woningen voorzien van zonnepanelen.

Verbetering van huurwoningen
Actium is een woningstichting die in het noorden van het land huurwoningen beheerd. Deze woningcorporatie heeft zichzelf het doel gegeven om de energieprestatie van de huurwoningen die onder hun beheer vallen te verbeteren. Het plan is om in het jaar 2020 alle huurwoningen van Actium gemiddeld van een energielabel B te kunnen voorzien. Zo is de stichting nu al begonnen met het extra isoleren van woningen en het plaatsen van isolatieglas. De woningen die daarmee nog niet op energielabel B uitkomen krijgen daarbij ook nog zonnepanelen.

Woonlasten verlagen
In 2016 is Actium van plan om zo’n 5,7 miljoen euro te investeren in het plaatsen van zonnepanelen. Naar schatting worden 1287 woningen voorzien van de energiezuinige maatregel. In totaal verwacht de woningcorporatie 6,3 miljoen euro uit te geven aan de verbeteringen van de huurwoningen. Hierbij zijn de extra isolatie en dubbele beglazing ook meegerekend. Wie denkt dat de bewoners hier aan mee moeten betalen heeft het mis. Actium zal de investering niet doorberekenen in de huurprijzen, dus de bewoners zullen hiervan alleen maar voordeel van ondervinden. De woonlasten zullen hiermee maandelijks flink worden verlaagd.

Tevreden huurders
Waarom Actium zoveel investeert? Omdat naar eigen zeggen het wooncomfort van de huurders heel belangrijk voor hen is. Uiteraard zijn ze bij Actium ook zeer begaan met het milieu en willen hun steentje bijdragen aan een beter milieu. Actium heeft samen met 7 andere woningcorporaties een zogenaamd energieconvenant ondertekend. Hierin staat dat ze zich in zullen zetten voor bewust omgaan met grondstoffen, energiekwaliteit van woningen in kaart brengen en zo mogelijk verbeteren en de bewoners helpen bij de bewustwording van energiezuinig wonen.

Hoge waardering
Het plaatsen van de extra zonnepanelen zal de woningstichting geen windeieren leggen. De investering zal zich snel terugverdienen. Begin dit jaar heeft de stichting zeer hoge cijfers behaald voor de maatschappelijke prestaties. Vooral in de categorie betaalbaarheid en duurzaamheid scoort Actium zeer goed. Het gemiddelde cijfer voor Actium was een 8, wat landelijk gezien heel hoog is.

Er blijk een nieuwe subsidie voor zonnepanelen te zijn. Echter is deze alleen voor sportverenigingen geldig en zijn er voorwaarden verbonden aan de aanvraag. Deze subsidieregeling heeft als doel energiebesparende maatregelen en duurzame energie te stimuleren bij sportaccommodaties. De regeling komt voort uit de motie van de Tweede Kamerleden Bruins Slot en Pia Dijkstra (Kamerstukken II 2012/13, 33 400 XVI, nr. 108). Uit het hierin gevraagde onderzoek van toenmalig Agentschap NL bleek dat het voor sportverenigingen onder de huidige omstandigheden niet aantrekkelijk is om te investeren in energiebesparing en duurzame energie. Door deze investeringen deels te subsidiëren worden de voorwaarden voor sportverenigingen om te investeren in energiebesparing en duurzame energie vergelijkbaar met die van investeerders die van regelingen als de Energie Investeringsaftrek gebruik kunnen maken (Kamerstukken II 2013/14, 33 750 XVI, nr. 57).

Wanneer aanvragen?
Sportverenigingen en sportstichtingen komen in aanmerking voor subsidie voor energiebesparende maatregelen en duurzame energie. Zowel sportverenigingen als sportstichtingen zijn veel voorkomende eigenaren en gebruikers van sportaccommodaties.

De digitale aanvraagprocedure is gericht op het minimaliseren van de administratieve lasten. De aanvrager moet de volgende stappen doorlopen in de procedure:

> aanmelding in het E-loket (elektronisch aanvraagloket) via E-Herkenning;
> invullen van het aanvraagformulier, waarin moet worden aangegeven welke maatregelen getroffen worden en waarin een uitsplitsing plaatsvindt van materiële kosten en arbeidskosten.

Stella Lux. Zo heet de nieuwe ‘energie-positieve gezinsauto’ waarmee Solar Team Eindhoven in oktober gaat meedoen aan de World Solar Challenge. De opvolgster van TU/e’s eerste zonnewagen Stella (uit 2013) werd donderdag aan het einde van de middag gepresenteerd in de markthal bij MetaForum.

Werd Stella vooral nog in de markt gezet als dé gezinsauto op zonne-energie; Stella Lux “is veel méér dan dat”, aldus marketing- en pr-manager Tommie Perenboom van Solar Team Eindhoven (STE). De nieuwe wagen wordt daarom nadrukkelijk gepresenteerd als ‘de energie-positieve gezinsauto’, wat betekent dat ze gedurende een jaar gemiddeld meer energie opbrengt dan dat ze verbruikt.

‘Lux’, oftewel licht – met die toevoeging gaat de opvolgster van Stella de solarstrijd aan. “Wij geloven erin dat Stella dé gezinsauto op zonne-energie is en dat de vorige Stella de eerste was in een lange reeks. Die naam heeft ook al de nodige publiciteit opgeleverd, dus daar houden we graag aan vast”, verklaart Perenboom.

Waar Stella volgens Perenboom vooral een proof of concept was, wil het team met Stella Lux een ‘marktconforme’ auto presenteren. “Daarin hebben we flinke stappen gemaakt.” Bij de start van ‘team 2015’ stond overigens geenszins vast dat STE weer een gezinsauto zou gaan maken: “We hebben wel twee, drie maanden gediscussieerd over wat voor auto we wilden gaan bouwen, om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen”.

Het gezinsautoconcept bleef echter overeind. ‘Stella 2013’ bleek zichtbaar een inspiratiebron: “We kwamen er al gauw achter dat de vorm van Stella gewoon heel goed was. Daar zijn we op gaan voortbouwen”. Stella Lux is echter wel “wat sexyer, stoerder en gestroomlijnder”, stelt Perenboom. Hij wijst onder meer op de voorruit die nadrukkelijk schuin afloopt, en op de wielkappen die volgens hem een robuustere look kregen.

Een andere verandering is dat Stella Lux vier reguliere portieren -met automatische deurontgrendeling- heeft; de vorige auto moest het doen met twee lange, naar boven klappende luiken aan de zijkanten. “Stella was daarin redelijk Spartaans.” Ook is de beschermende stalen rolkooi, in Stella nog duidelijk zichtbaar, nu verwerkt in de koolstofvezel body van de auto.

Het dak van Stella Lux steekt aan de zijkanten iets over. Omdat de auto aan de voorkant schuiner afloopt, zouden de zonnecellen moeten opschuiven naar achter. De World Solar Challenge stelt echter beperkingen aan de afmetingen van de deelnemende auto’s – en dit zou betekenen dat bij Stella Lux een hele rij zonnecellen moest worden opgeofferd. “Door het dak te laten uitsteken, kunnen we die rij zonnecellen alsnog kwijt.” Het dak telt nu zelfs één zonnecel meer. Een halve watt extra – het zou zomaar nét het verschil kunnen maken, aldus Perenboom met een lach.

Misschien wel de belangrijkste tactische verandering aan de zonnewagen is de opvallende tunnel midden onder het chassis: een ‘inham’ in de bodemplaat over de volledige lengte van de auto. Hierdoor wordt het frontaaloppervlak van de auto kleiner en de luchtweerstand minder. “Daardoor kunnen we energiezuiniger rijden.” Het zou Stella Lux een actieradius van duizend kilometer moeten opleveren; een flinke sprong ten opzichte van 2013, toen deze nog circa zeshonderd kilometer bedroeg.

Aan de binnenkant van de auto, bovenop de genoemde aerodynamische tunnel, loopt van voor tot achter een lange koker. Hierin schuilt onder andere het accupakket: zestig kilo aan lithium batterijen, 1.224 cellen in totaal. In de koker worden verder onder andere bekerhouders, de schakelpook, het dashboard en een ‘hablet’ verwerkt: een iPad met haptische functionaliteiten, veiliger te bedienen tijdens het rijden.

Andere gimmick in het interieur is de heads-up display, kortweg HUD, boven het stuur. Op dit glazen plaatje worden de snelheid en actieradius van de auto geprojecteerd. Verder kan de bestuurder met Stella Lux draadloos zijn smartphone opladen en synchroniseert de telefoon automatisch met de auto, zodat deze op basis van agenda-informatie bijvoorbeeld weet waar de bestuurder naartoe wil.

Voorin de auto zitten, net als bij Stella, de charger en motor control unit. Via de zonnecellen komt energie binnen, deze wordt naar het batterijenpakket gestuurd en daar opgeslagen. Dit accupakket levert gelijkstroom, die door zogeheten invertors wordt omgezet in de wisselstroom die de motoren nodig hebben.

Stella Lux werd donderdagochtend, nog uit het zicht van andere nieuwsgierigen, al gepresenteerd aan de pers. Half augustus wordt de auto in het vliegtuig naar Australië gezet, waar in oktober de World Solar Challenge plaatsvindt. Het team vertrekt eind augustus, begin september. De financiering voor de wagen is volgens Perenboom zo goed als rond, maar STE kan nog altijd sponsoring gebruiken voor onder meer de reis naar en het verblijf in Australië.

Doel van de race door de Australische outback, zo formuleert Perenboom keurig: “Laten zien dat we een veilige en betrouwbare auto kunnen bouwen”. Om dan te bekennen: “Maar stiekem hoop je natuurlijk op de winst. We hebben een heel solide auto gebouwd, geen kart. Alles zit goed in elkaar en is goed doordacht. Ik denk dat we veel kans maken.”

Als het gaat om de geklokte tijden, komt er in elk geval gedegen concurrentie vanuit de University of Minnesota. Dit Amerikaanse team verruilt de Challenger-klasse dit jaar voor de Cruiser-klasse, “zij zitten vól op snelheid. Dat maakt het natuurlijk wel spannend. Als een ander team óók met een vierzitter gaat meedoen, dan willen we die natuurlijk sowieso verpúlveren.”

Stella Lux in a nutshell
Aantal zitplaatsen: 4
Aantal deuren (incl. achterklep): 5
Afmetingen: 4.52 x 1.76 x 1.12 meter (l x b x h)
Gewicht: 375
Accucapaciteit: 15 kWh
Motorefficientie: 97%
Actieradius op zonnige dag in Nederland: 1.000 km
Actieradius op zonnige dag in Australië: 1.100 km
Actieradius ‘s nachts: circa 650 km
Topsnelheid: 125 km/uur
Aantal zonnecellen: 381
Oppervlakte zonnecellen: 5,8 vierkante meter
Aantal batterijcellen: 1.224

Bron: http://www.cursor.tue.nl/nieuwsartikel/artikel/solar-team-eindhoven-onthult-stella-lux/

De nieuwe ronde van de SDE-subsidie op zonnepanelen opent op 1 maart 2010. Nieuw dit jaar is dat de subsidie ook on-line aangevraagd kan worden. Agentschap NL, de stichting die namens de overheid de subsidie ten uitvoer brengt, heeft een video uitgebracht waarin het aanvraagproces uiteen wordt gezet.

Video: hoe vraag ik SDE-subsidie aan
Deze video is niet meer beschikbaar

Het basisbedrag van de subsidie op zonnepanelen (zie link voor uitleg over het basisbedrag) gaat voor aanvragers van de SDE2010 mogelijk omlaag. Dit staat in het advies dat het ministerie van economische zaken heeft aangevraagd bij het Energy Research Centre for the Netherlands.

In de rekenmodule van het ECN is te zien dat onder andere de investeringskosten flink lager worden ingeschat. Dit is voornamelijk te danken aan de flinke daling van de prijs van zonnepanelen de afgelopen tijd en de daling van de energieprijzen medio 2009. Waar het basisbedrag eerst 52,6 cent per kilowattuur bedroeg, staat het adviesbedrag voor de SDE2010-regeling op 47,40 cent per kilowattuur. Een daling van 5,2 cent (~10%) per geproduceerde kilowattuur. Hier tegenover staat een minstens even sterke daling van de investering van €5020/kWh naar €4390/kWh (~12,5%).

Ondanks deze ogenschijnlijke daling van het subsidiebedrag, zal er voor de gemiddelde consument die zonnepanelen koopt niet bijster veel veranderen. Dankzij de sterk dalende prijzen van zonnepanelen, blijft de terugverdientijd van een PV-systeem nagenoeg onaangetast. Sterker nog; de aanschafkosten van een PV-systeem dalen in de huidige markt zo onevenredig snel, dat de terugverdientijd eerder af zal nemen dan omgekeerd. De bijstelling van het subsidiebedrag kent dus eigenlijk alleen maar winnaars, aangezien de overheid nu met dezelfde subsidiepot meer en grotere projecten kan steunen. Het basisbedrag van 47,4 cent is in 2010 dan ook van toepassing op systemen tot maarliefst 15kWp. Dit in sterk contrast met 2009, waar het maximum op slechts 5kWp lag. Voor systemen groter dan 15kWp en kleiner dan 100kWp zal in de SDE2010 een basisbedrag van €39,62 per kWp van toepassing zijn.

We er met zijn allen dus toch een stukje op vooruit. Want zeg nou eerlijk: we mogen in deze tijd van crisis, omvallende banken, graaibonussen en faillissementen blij zijn dat er überhaupt nog geld naar de ‘groene zaak’ gaat.

Ascent Solar, een bedrijf dat zich richt op het ontwikkelen van moderne dunne-film technologie, heeft onlangs aangekondigd dat een door hun nieuw ontworpen CIGS-zonnecel (Koper, Indium, Gallium, Selenium) een rendement van boven de 9,5% heeft. Het Amerikaanse nationale duurzame energie laboratorium (NREL) ‘klokte’ de cel op 9,64% rendement. CIGS cellen zijn flexibel en relatief goedkoop vergeleken met de traditionele op silicium gebaseerde zonnecellen.

Zonnecel
Nu het rendement van dunne-film zonnecellen de 10% nadert, worden de buigzame dunne-film cellen steeds meer een volwaardige oplossing voor thuisgebruik. De kans is dan ook groot dat de dunne-film technologie in de toekomst de oude, grote zonnepanelen voor een groot deel overbodig maakt. Het voordeel van dunne-film zonnecellen is dat ze bijvoorbeeld geïntegreerd kunnen worden in dakpannen of de bekleding van een groot gebouw. Er zijn veel toepassingen denkbaar voor de dunne-film zonnecel (kleding, tassen, auto’s), wat de technologie razend interessant maakt in deze tijde van klimaatverandering. Ascent heeft de nieuwe technologie nog niet in commerciële productie genomen, maar men is hard aan de weg aan het timmeren om het productieproces efficiënt en levensvatbaar te maken.

In het lab heeft men al eens 20% bereikt met CIGS zonnecellen, maar daar ging het puur om een laboratoriumtest. De hier besproken technologie ligt volgens Ascent ‘liever vroeg dan laat’ in de winkels. Wanneer kunt u nu daadwerkelijk zonnepanelen kopen met deze technologie? Zoals met veel uitvindingen in de ‘booming’ wereld van de zonne-energie, zal de tijd het leren…

Gisteren is nabij het vliegveld van Denver, Colorado (Denver International Airport) een PV-systeem van 2 Megawatt in gebruik genomen. Het systeem, dat een oppervlakte van iets minder dan 30.000 vierkante meter heeft, zal per jaar zo’n 3 miljoen KWh (kilowattuur) aan schone energie opwekken. Het veld met zonnepanelen is geplaatst langs de weg naar de ingang van het vliegveld en laat zo aan iedereen zien dat de stad bezig is met het klimaat. Dankzij deze nieuwe zonne-installatie stoot het vliegveld op jaarbasis rond de 3 miljoen kg minder koolstofdioxide uit.

Bij de officiële ingebruikneming waren diverse prominenten aanwezig, waaronder de burgemeester van Denver en de directeurs van Sharp Solar Energy Solutions en Worldwater & Solar technologies group. Het systeem bestaat uit maarliefst 9200 zonnepanelen van Sharp die gedurende de dag de zon volgen om optimaal rendement te behalen. “Deze installatie bij het vliegveld van Denver past goed in ons plan zoveel mogelijk aan de uitstoot van koolstofdioxide te doen”, aldus burgemeester John Hickenlooper.

De directeur van het ontwerp- en installatiebedrijf WorldWater voegde daaraan toe dat hij “trots is dat een groot internationaal vliegveld als Denver International Airport deze reuzenstap richting zonne-energie neemt”. Het vliegveld heeft overigens de zonnepanelen zelf niet gekocht; deze zijn in eigendom van MMA renewable vetures. Het vliegveld koopt de nodige stroom van de MMA tegen een voordelig tarief. Het vliegveld is één van de pioniers die als eerste wil voldoen aan Colorado’s nieuwe energiestandaard. Volgens deze standaard moeten in 2020 alle grote instanties 20% van hun stroom uit een duurzame bron halen. DIA is het vijfde vliegveld van de Verenigde staten; ongeveer 50 miljoen pasagiers weten het op jaarbasis te vinden. In de passagiersterminal is een grote leerzame expositie over zonne-energie opgezet.