Met zonnepanelen verduurzaam je je woning of bedrijfspand, aangezien je jouw eigen leverancier van stroom wordt. Niet alleen zorgt dit voor een lagere energierekening, maar ook draag je met zonnepanelen bij aan het milieu. Nu kan het bij de installatie van je zonnepanelen wel eens voorkomen dat er iets misgaat met de spanning van je panelen. Om deze spanningsproblemen te voorkomen, hebben regionale netbeheerders een reeks van adviezen opgesteld voor installateurs van zonnepanelen om dit te voorkomen.
Inhoudsopgave
Wat gebeurt er bij een spanningsprobleem?
Wanneer zonnepanelen aan je huis geïnstalleerd worden, moeten er voor de veiligheid en kwaliteit aan allerhande eisen voldaan worden. Tevens wijzen netbeheerders erop dat een aanmelding van een zonnepaneelinstallatie ook van belang is omwille van de veiligheid en betrouwbaarheid van het stroomnetwerk. Hierdoor moeten netbeheerders een overzicht hebben van de locaties van de zonnepanelen en de hoeveelheden energie die opgewekt worden. Als er namelijk in een keer teveel zonne-energie op het stroomnetwerk komt, ontstaat er teveel spanning in je zonnepanelen. Als een gevolg hiervan kunnen de omvormers van je zonnepanelen zich uitschakelen, waardoor er tijdelijk geen elektriciteit geleverd wordt door je zonnepanelen.
Waar plaats je de zonnepanelen?
Netbeheerders hebben om een spanningsprobleem te voorkomen nu adviezen opgesteld voor zowel installateurs als consumenten, waarmee spanningsproblemen voorkomen kunnen worden bij de bron. Hun eerste tip is om te kijken waar je jouw zonnepanelen laat plaatsen: op het oosten of het westen van je huis. Je zou zeggen dat de zuidkant van je huis de logische optie is voor de installatie van je zonnepanelen, maar energie die opgewekt wordt aan de oost- en westkant van je huis zal efficiënter gebruikt worden. De productie van stroom sluit kortom beter aan op het energieverbruik in je huis. Zonnepanelen die aan de zuidkant van je huis geïnstalleerd zijn, hebben hun piek rond twaalf uur in de middag, wanneer niet veel mensen thuis zijn en er weinig energie verbruikt wordt. Plaats je jouw zonnepanelen op het oosten of westen, dan wek je de meeste stroom of ’s morgens of ’s avonds op, wanneer mensen over het algemeen veel thuis zijn.
Begrens je piekvermogen
Netbeheerders geven aan dat het beter is om het grensvermogen van je zonnepaneelinstallatie te begrenzen. Dit doe je door je omvormer iets kleiner te kiezen dan het totaalvermogen van je zonnepanelen. Op die manier voorkom je namelijk dat het elektriciteitsnet overbelast raakt en dat de omvormers zich moeten uitschakelen.
Dikke kabels zijn te prefereren
Netbeheerders adviseren installateurs daarnaast om gebruik te maken van dikke aansluitkabels. Het risico van dunne kabels die lopen van de meterkast naar het dak is namelijk dat de spanning op zolder een paar volt hoger is dan in je meterkast. Op het overgangspunt kan de spanning dan normaal zijn, terwijl de omvormers zich toch uitzetten. Wanneer de voedingskabel dik genoeg is, dan voorkom je deze te hoge spanning op zolder. Ook de lengte van de kabel draagt hieraan bij. Gebruik eerder een korte, dikke kabel, dan een lange, smalle.
Welke fase selecteer je?
De meeste zonnepanelen worden aan het stroomnetwerk gekoppeld middels een 1-fase omvormer. Heeft je woning of bedrijfspand een 1-fase aansluiting, dan worden de zonnepanelen hier automatisch aan gekoppeld. Beschikt een woning echter over 3-fasen aansluitingen, dan kan er gekozen worden waar de zonnepanelen op aangesloten worden. Omwille van de veiligheid en betrouwbaarheid van het net, is het raadzaam om de zonnepanelen in dit geval aan te sluiten op de fase die door de dag heen de laagste spanning ondervindt.
Grotere installaties
Maak je gebruik van een grote zonnepaneelinstallatie van hoger dan vier kilowattpiek, dan is het raadzaam om de omvormer te veranderen in een 3-fasen omvormer. Deze is duurder in aanschaf, maar voorkomt dat de omvormers uitschakelen bij een te hoge spanning. Immers door het verdelen van de stroom, wordt de stroom een factor drie minder.
Kun je de spanning bij uitschakelen zelf instellen?
Bij sommige zonnepaneelinstallaties kun je zelf de hoogte van de spanning instellen, waarbij de omvormer zich uitschakelt. Andere omvormers hebben een vast ingestelde maximumspanning, die niet gewijzigd kan worden of afhankelijk is van de landinstelling. Bij aanschaf van je omvormer kun je hier dus op letten. Koop altijd een omvormer, die pas afschakelt bij een spanning van 253 volt.
